Melding

Dit multimediaverhaal bevat video- en geluidsfragmenten. Zet het geluid aan.

Gebruik het muiswiel of de pijltjestoetsen om tussen pagina's te navigeren.

Swipe om tussen pagina's te navigeren.

Hier gaan we

Kempische kippenbonanza botst op grenzen

Logo https://apachebe.pageflow.io/kippenbonanza-botst-op-grenzen

Geen kip te zien

Naar boven
Het laatste eindje van de Bredabaan verdeelt het gehucht in twee. De typische Vlaamse lintbebouwing verhult aan de vluchtige passant de ware aard van het dorp. Maar wie een zijstraat inslaat en achter de eerste huizenrij gluurt, merkt het meteen: hier floreert de landbouw en dan vooral de kippenindustrie. Ook die zorgt voor verdeeldheid in het dorp.

De laatste tien jaar verdriedubbelde het aantal kippen in de gemeente. De reuzenstallen schoten als paddenstoelen uit de grond. Tot nu.

De gemeente Wuustwezel kondigde eind vorig jaar een vergunningsstop af. Voorlopig komt er geen kippenstal meer bij, waarschuwt Sus Vissers, schepen van Leefmilieu. “Er is geen draagvlak bij de bevolking. De groei van de pluimveesector botst met de leefbaarheid van de gemeente.”
Naar boven
Scroll up
Scroll left
Scroll right
Scroll down

Aernouts Van Gils

2015: 84.000 kippen

Guy Van De Locht

2015: 78.000 kippen

Gert Van Gastel

2012: 47.000

Gert Van Gastel

2009: 80.000 kippen
2017: 80.000 kippen

Gert Van Gastel

2015: 80.000 kippen
2017: 80.000 kippen

Mertens Poultry

2017: 80.000 kippen

Mertens Poultry

2011: 111.333 kippen

Anthonissen Verheyen

2011: Uitbreiding met 12.500 kippen
Totaal: 112.700 kippen

Van De Locht Van Gestel

2012: uitbreiding met 35.000 kippen
2017: uitbreiding met 105.000 kippen
Totaal: 175.000 kippen

Marc Aertsen

2009: uitbreiding met 32.730 kippen
Totaal: 52.630 kippen

Naar boven

De kippenboer

Deze twee stallen van Patrick Aernouts en Godelieve Van Gils staan er sinds 2015 en zijn vergund voor 84.000 kippen.

Aernouts en Van Gils zijn een van de acht grote kippenboeren in het gehucht. Ze startten in 1999 met 30.000 kippen. Intussen breidden ze tweemaal uit. Een derde uitbreiding tot 164.000 kippen komt er voorlopig niet.

Naar boven
Duizenden schijnbaar identieke kuikentjes schieten alle kanten op terwijl schoonzoon Nelson Bellens (29) de 100 meter lange stal doorwandelt en de diertjes monstert.

De temperatuur, de luchtvochtigheid, de voedersamenstelling: alles is geautomatiseerd en in real time te volgen op een app. “We zien kuikens als topsporters. De omstandigheden om te groeien moeten ideaal zijn”, vertelt Bellens. “Dit is een fulltime job. Is er geen verzorging nodig in de stallen, dan is er administratief werk.”

De kuikens zijn twee dagen eerder per vrachtwagen afgezet, een dag na de geboorte. Hier brengen ze de rest van hun leven door. Binnen 40 dagen zijn ze rijp voor het slachthuis. Zo gaat het elke zes weken opnieuw, cyclus na cyclus.
Naar boven

Volledig scherm
Zo stond het althans in de vergunningsaanvraag die de familie in 2018 indiende. Op dat moment verrees de ene stal na de andere in Braken. De twee bestaande stallen waren dan nog maar twee jaar oud en raakten vlot vergund. De weigering van het gemeentebestuur kwam dan ook als een donderslag bij heldere hemel.

“De nieuwe stallen zijn bepalend voor mijn toekomst”, zegt een teleurgestelde Bellens. De jonge industrieel ingenieur is vandaag aan de slag als kwaliteitsverantwoordelijke bij een stallenbouwer. Na de liefde voor dochter Aernouts slaat ook de liefde voor het boerenleven toe. Hij wil graag mee in het bedrijf van zijn schoonouders stappen. “Dat is financieel enkel leefbaar als er ook een uitbreiding komt.”

Na het beroep van de gemeente verhuist het dossier naar Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) die finaal de knoop moet doorhakken.

Om zijn boerendroom te redden, zwakt Bellens de aanvraag af naar 84.000 bijkomende kippen die zo iets meer plaats krijgen. In de nieuwe aanvraag is ook een kijkstal voorzien voor bezoekers. Rond de stallen willen ze een hectare bos aanplanten.

“Dat bos maakt ons niet populair bij de andere boeren maar met die extra maatregelen willen we meer draagvlak creëren bij de inwoners.”
Sluiten
Naar boven
Het is eind september. Tractoren rijden af en aan op de smalle baantjes tussen de velden. Twee pikdorsers halen de maïs binnen. In Wuustwezel is het altijd goed boeren geweest. CD&V heeft sinds mensenheugenis een absolute meerderheid en de landbouw is nog zeer aanwezig in de regio.

In 1980 telde Wuustwezel nog meer dan 500 landbouwbedrijven. Het aantal ondernemingen is de voorbije decennia gehalveerd, maar het aantal varkens en kippen blijft stijgen. Schaalvergroting levert efficiëntiewinsten op. Banken die de stallen financieren sturen erop aan en ook Europese subsidies versterken die trend. Naarmate de intensiteit toeneemt lijkt het draagvlak echter af te nemen.
Naar boven

Inwoners

Apache trok vier dagen door Braken en sprak verschillende inwoners. Het ongenoegen is wijdverspreid maar blijft meestal binnenskamers. “Ik kan ‘s zomers niet meer slapen met de ramen open of de stank zit binnen”, klaagt een inwoner van de Bredabaan. “Dit heeft niets meer met landbouw te maken. Er is geen land voor nodig. Dit soort industriële productie hoort thuis op een industrieterrein”, suggereert een andere inwoner.

Op het lokale online platform ‘Wuustwezel Wenst’ krijgt een oproep tot een bouwstop van megastallen opvallend veel bijval. Maar zelfs de oproep gebeurt onder een schuilnaam.

Haast niemand durft openlijk kritiek te uiten. “Iedereen heeft wel een kippenboer in de familie” is een vaak gehoord argument. “Het is een kleine gemeente en iedereen kent iedereen.” En “Ik wil mijn kinderen en kleinkinderen niet in gevaar brengen”, krijgen we ook te horen.


Naar boven
Wie wel durft spreken is Piet Roelands. En dat is niet zonder risico, mocht hij al enkele keren ondervinden.

“We kuisen u op, we maken uw huis met de grond gelijk”, kreeg hij enkele weken geleden naar het hoofd geslingerd. Twee broers en kippenkwekers wachtten hem op op zijn oprit na een interview met Gazet van Antwerpen. “Het is niet voor het eerst dat ze me komen afdreigen. Maar ik ben niet bang en ik zal ook niet zwijgen”, bijt de kranige tachtiger van zich af.

Roelands is een oud-strijder tegen de kippenstallen. Begin jaren ‘90 protesteerde hij al tegen de eerste industriële kippenstal in Braken met 59.000 kippen. “Toen ging het er echt gewelddadig aan toe”, herinnert Piet zich. “De boeren vielen binnen bij twee kameraden en sloegen alles kort en klein. Zelfs kinderspeelgoed moest eraan geloven.” Sindsdien is Braken sterk veranderd.
Naar boven
Buurvrouw Liesbeth Romijn streek hier 28 jaar geleden neer. “Het was een fantastisch fijne plek, met uitgestrekte landschappen.” De voorbije jaren zag ze dat landschap in recordtempo veranderen.

Haar keukenraam kijkt uit op enkele stallen met meer dan 100.000 kippen. “Zo kwamen er de laatste jaren tientallen bij. Onder mijn ogen voltrok zich een ramp.”

In 2015 besluit ze haar eerste brief te schrijven aan de burgemeester. Daarin uit ze niet alleen haar bezorgdheid over het uitzicht. Ze brengt ook de geurhinder en het fijnstof ter sprake, net als de vrachtwagens die dagelijks af en aan rijden over de kleine baantjes. “Ik werd vriendelijk ontvangen. Het zou eventjes erg zijn, maar daarna zou het beter gaan. Achteraf gezien werd ik misleid”, blikt ze terug.
Naar boven

Volledig scherm
Een studie van de Nederlandse overheid toont een verband tussen longinfecties en intensieve pluimveehouderijen. Wie op minder dan een kilometer woont, loopt een verhoogd risico, concluderen de onderzoekers.

Roelands verloor enkele jaren geleden zijn vrouw door een hartfalen. Ze leed ook aan ademhalingsproblemen. “Ze is 83 jaar geworden en heeft een mooi leven gehad maar het had ook nog langer kunnen duren”, zegt hij.

Roelands pleit al jaren voor een snuffelpaal die de fijnstofwaarden meet. Die zit er niet meteen aan te komen, bevestigt schepen Sus Vissers: “Snuffelpalen kosten veel geld. Wij hebben gekozen voor een studie naar de effecten van de landbouw op onze gemeente.”

Samen met buurgemeente Hoogstraten nam Vissers onderzoeksinstituut VITO onder de arm. De onderzoekers werkten met theoretische modellen om de impact van de intensieve landbouw in kaart te brengen. Men kijkt onder andere naar de staltypes en het aantal dieren die vergund zijn en berekent op basis daarvan de uitstoot.

Een van de conclusies luidt dat de landbouw maar een klein deel van de fijnstofuitstoot voor haar rekening neemt. Het grootste aandeel zou van externe bronnen afkomstig zijn, zoals het verkeer.

Roelands is niet overtuigd. “Alsof je erop kan vertrouwen dat die stallen volledig in orde zijn. Meten is weten, zo moeilijk kan dat toch niet zijn.”

De onderzoekers linken de geurhinder en de milieu-impact  wel rechtstreeks aan de uitstoot van de veestallen. Ze komen tot de vaststelling dat de stikstofwaarden in beide gemeenten bijzonder hoog zijn en “quasi overal de draagkracht van de natuur overschrijden”.

“Vroeger was dit heidegrond en ven, het zat hier vol vleermuizen, vogels en kikkers. Het was een paradijs”, zegt Roelands. “Ik denk dat er nog 2% van de biodiversiteit overschiet.”






Sluiten
Naar boven

Natuur

De intensieve veeteelt tast nu ook omliggende natuurgebieden aan. Dit is De Maatjes, een beschermd natuurreservaat dat deels in Braken ligt. De ammoniak-emissies van de nabijgelegen kippenstallen werken in op de vegetatie. Ook even verderop in Hoogstraten heeft het natuurgebied de Halse Beemden te lijden onder de aangrenzende intensieve veeteelt.
Naar boven
0:00
/
0:00
Start video now

Naar boven
Stan Geysen is bankier op rust. Vandaag is hij vrijwilliger bij Natuurpunt Hoogstraten en houdt hij zich voornamelijk bezig met bezwaarschriften tegen nieuwe veestallen. “Het is een eenzame job maar iemand moet het doen” merkt hij laconiek op.

Hij maakt er zich niet populair mee bij boeren, maar nood breekt wet. “Grote delen van Wuustwezel en Hoogstraten liggen in beschermd natuurgebied. Europa eist dat de toestand in deze gebieden verbetert. De emissies mogen in geen geval verhogen. In principe kan hier geen stal meer bij.”

Door een uitzondering in de wetgeving geraken nieuwe stallen toch vergund. Voormalig minister van Landbouw Joke Schauvliege (CD&V) werkte een regeling uit waardoor landbouwers kunnen blijven uitbreiden. Aanvragen voor installaties die de stikstofneerslag met maximaal 5% van de vastgelegde bovengrens doen stijgen, kunnen toch goedgekeurd worden.

In de praktijk valt 60% van de aanvragen onder die uitzonderingsregel. Zo blijft de Europese regelgeving dode letter.
Naar boven
Als we de ammoniakconcentraties in kaart brengen krijgen we dit beeld. Het Vlaamse gemiddelde ligt al jaren boven het kritieke niveau. In West-Vlaanderen, het noordoosten van Limburg en de Noorderkempen - streken met veel intensieve landbouw - swingen de ammoniakwaarden de pan uit.

“Door elke aanvraag apart te bekijken, kan de totale druk blijven stijgen”, weet Geysen. Zo blijft het ook vechten tegen de bierkaai. “We moeten dossier per dossier aanvechten, terwijl we eigenlijk naar het totale plaatje moeten kijken.”
Naar boven

Nieuwe regels

Volledig scherm
De conclusie van VITO laat dan ook weinig aan de verbeelding over: bijkomende vergunningen in deze regio zijn heel moeilijk. Om de emissies terug te dringen suggereren de wetenschappers een afbouw van de veestapel als belangrijkste milieumaatregel.

Minder dieren in plaats van meer. Dat is een radicale boodschap in een landbouwgemeente als Wuustwezel. Dat beseft ook Sus Vissers: “We blijven een landelijke gemeente en we willen niemand kansen ontnemen, maar we zitten duidelijk met een probleem.”

Wat dat betekent voor de toekomst blijft nog onduidelijk. “We zijn in overleg met de sector en verschillende beleidsniveau’s. Dat gaat traag”, zegt Vissers. In afwachting blijft de vergunningsstop van kracht.

Die wordt niet altijd even strikt toegepast. Een uitbreiding van een kippenstal buiten het concentratiegebied in Braken passeerde onlangs toch. Ook een nieuwe varkensstal kreeg een vergunning, hoewel ze even schadelijk is.

Roelands kan er zich blijven over opwinden. Op straat krijgt hij een compliment voor zijn uitgesproken strijd. “Eindelijk iemand die iets durft zeggen.” Als er vandaag wat beweegt in Wuustwezel en Hoogstraten is het dankzij burgers die van zich laten horen en actie ondernemen.

“Wie had enkele jaren geleden durven denken dat de gemeente überhaupt verzet zou aantekenen tegen een nieuwe stal”, vraagt Liesbeth Romijn zich af. Ook de VITO-studie is een reactie op de druk van onderuit.

Nu is het afwachten wat ermee gebeurt. “Je kan de boeren niet verwijten dat ze gebruik maken van de regels. Het is duidelijk dat de regels moeten veranderen”, besluit een anonieme Brakenaar.



Sluiten
Naar boven
Naar boven
Scroll om door te gaan Swipe to continue
Swipe om door te gaan